Ontneming wederrechtelijk verkregen voordeel
Wanneer iemand door middel van criminele activiteiten geld verdient, noemt men dit “wederrechtelijk verkregen voordeel”. Illustratief hierbij is bijvoorbeeld de kweek van hennep. Dit blijkt een lucratieve business, mede gelet op het feit dat dit vaak voorkomt in Nederland.
Indien men nadien voor deze criminele activiteiten wordt vervolgd, kan het Openbaar Ministerie ook een vordering indienen om deze criminele winsten ten behoeve van de staatskas van de verdachte af te nemen. Dit is de zogeheten “ontnemingsvordering” (voorheen: de ‘pluk-ze’-wetgeving, afgeleid van het (kaal)plukken van de veroordeelde).
Op grond van artikel 36e Wetboek van Strafrecht kan de rechter beslissen dat de door misdaad verkregen vermogens van een veroordeelde zullen worden afgenomen en een ontnemingsmaatregel opleggen. Dit is natuurlijk niet mogelijk bij vrijspraak of ontslag van rechtsvervolging en evenmin bij schuldigverklaring zonder oplegging van straf of maatregel. Alvorens de maatregel kan worden opgelegd, moet worden onderzocht of de te veroordelen verdachte inderdaad wederrechtelijk verkregen voordeel heeft verkregen door middel van of uit de baten van het bewezen verklaarde of andere strafbare feiten waaromtrent voldoende aanwijzingen bestaan dat zij door de veroordeelde zijn begaan.
Het wederrechtelijk verkregen voordeel wordt door politie en het OM geschat aan de hand van een berekening. Deze berekening valt altijd (zeer) hoog uit en kan tot wel in de tienduizenden euro’s oplopen. Dit kan voor een veroordeelde nare (belastingtechnische) gevolgen hebben. Indien jegens u een ontnemingsmaatregel wordt opgelegd, kunt u, naast de strafveroordeling zelf, daartegen in hoger beroep bij het gerechtshof indien u van mening bent dat de betalingsverplichting dient te worden gematigd of zelfs dat de ontnemingsvordering dient te worden afgewezen omdat u helemaal geen voordeel heeft gehad.
In november 2013 wees het gerechtshof te ’s-Hertogenbosch nog arrest omtrent het bovenstaande, hetwelk – na succesvol betoog van een van onze advocaten - zeer positief uitviel voor veroordeelde. Hoewel de verdachte door de rechtbank onherroepelijk werd veroordeeld voor het telen van hennep zelf en aan ontneming ruim € 25.000,-- aan de Staat diende te betalen, oordeelde het hof dat niet aannemelijk is geworden dat inderdaad zulk voordeel was verkregen en gunde veroordeelde het voordeel van de twijfel. De ontnemingsvordering werd derhalve in zijn geheel afgewezen, ook al bleef de veroordeling voor het telen van hennep zelf staan.
Omdat de ontnemingsprocedure (en een eventueel hoger beroep) ingewikkeld is, is het aan te raden om een dergelijke procedure niet zonder rechtsbijstand van een ervaren strafadvocaat te voeren. Ons kantoor heeft een jarenlange expertise opgebouwd met de gang van zaken bij een strafzaak en een daarvan afgesplitste ontnemingsvordering, ook met name ter zake hennep. Indien jegens u een dergelijke procedure aanhangig is of naar verwachting zal worden gemaakt, schroom dan niet om contact op te nemen met een van onze advocaten.